Hoge Venen
Ik heb een daguitstap gemaakt naar de Ardennen en ben
daar de Hoge Venen gaan verkennen. Je kan daar wandelen en genieten van de
panoramische landschappen van de Hoge Venen.
Ik
vertrek vroeg met de wagen naar het hoogste punt van België, namelijk het Signaal
van Botrange of in het frans “le Signal de Botrange”. Met zijn 694 meter hoogte is het
Signaal van Botrange in de Hoge Venen het hoogste punt van België. Hier op de
parking zie ik een 6 meter hoge toren. De bedoeling was om de bezoekers via een
trap een hoogte van 700 meter boven de zeespiegel te laten bereiken. Deze toren
werd hier in 1923 gebouwd door de militaire gouverneur Herman Baltia.
Je
hebt hier ook een brasserie en kan ook de bijhorende stenen toren zien nabij de
brasserie. Deze stenen toren werd gebouwd in 1933 en 1934 door François Fagnoul uit Ovifat. Je kan een antenne zien staan op
de stenen toren. Ondertussen dient de torenspits als zender van een radiostation
en bereikt een hoogte van 718 meter.
Je kan hier vertrekken voor verschillende wandelingen in de Hoge Venen.
Ik kies voor een bijna 9 km lange wandeling door de Hoge Venen richting Mont
Rigi en dan terug naar de vertrekplaats. Beschermd sinds 1957,
vormen 5.000 hectare open veengebieden in de Hoge Venen niet alleen het oudste
natuurreservaat van Wallonië, ze zijn met stip ook het meest bekende
natuurgebied in de Ardennen. Bij het begin van de wandeling heb je een mooi
uitzichtpunt vanop een houten podium over het veen gebied. Misschien kan je van
hieruit vogels spotten. Van hieruit zie je ook enkele dennenbomen verspreid in
het veengebied. Dit veengebied hebben we te danken aan het slechte weer: koude winters, veel wind en regen. Vroeger had
de mens geen interesse in dit gebied en door de barre weersomstandigheden was
dit ideaal om het veen in stand te houden. Maar onder dit veen zit er turf en
dat is dan weer interessant als brandstof. Gelukkig hebben ze deze gebieden
maar zo’n 150 jaar ontgonnen en werd er halfweg vorige eeuw een beschermingswet
gestemd.
Het gebied is zeer divers
en bestaat uit verschillende soorten heide, veen, moeras en bos. Ik wandel door
het veengebied via vlonderpaden. Om het veen te beschermen mag je er niet op
lopen, daardoor zijn er veel vlonderpaden. Het is dus niet alleen om je voetjes
droog te houden. De
houten wegels die over het veen aangelegd werden zijn een erfenis van een oude
weg die door de venen liep in de Middeleeuwen. Het is wel degelijk een uniek
landschap om in het hart van dit grote natuurreservaat te wandelen.
Ik kom aan op de plaats Mont Rigi, welke een andere
startplaats is voor wandelingen in de Hoge Venen. Nabij Mont Rigi zie ik de
Fischbach kapel, gelegen op ongeveer honderd meter van de brasserie “La Baraque
Michel”. Deze kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Goede Hulp werd gebouwd in
1830-1831, op initiatief van ridder Henri-Toussaint Fischbach, een industrieel
uit Malmedy, als dank voor de redding van zijn stiefvader die de weg kwijt was
geraakt in de Venen rond 1819. De kapel heeft een toren die tot 1856 als
lantaarn diende en als herkenningspunt voor degenen die verloren waren in de
Venen. Binnen in de kapel herinneren twee leistenen platen aan de gebeurtenis
waarvoor ze werd opgericht. Gelegen op 674 meter hoogte is deze kapel het
hoogste religieuze gebouw van België.
Een pad aan de kapel leidt me naar het Veen van Polleur. Ik wandel eerst door een bosrijk gebied om vervolgens terecht te komen in het veengebied. Het Veen van Polleur heeft een betoverende schoonheid. Ook hier wandel je weer over houten vlonderpaden. Langs het pad vindt u de overblijfselen van turfwinningen. In april verschijnt in het veengebied de narcis, samen met de trientalis, de plant die symbool staat voor de Hoge Venen. Het veenmos groeit in het vochtige en koude klimaat, op een arme en ondoorlatende grond. Het veen is bovendien de thuis van vele vogels, zoals de bonte vliegenvanger en de goudvink. De Hoge Venen zijn ook het laatste toevluchtsoord van de korhoen in België.
Dit veen- en heidegebied is slechts 54 hectaren groot en
ligt op een gemiddelde hoogte van 660 meter. Hier ontspringt de Polleurbeek,
die in de vallei van de Hoëgne uitmondt. Het landschap weerspiegelt eeuwenoude
menselijke activiteiten en is dus niet ten volle een “natuurlijk” landschap. De
mens begon de ontginning van het hoogplateau in de middeleeuwen. Voor de mens
in de natuur ingreep, waren de Hoge Venen voor niet minder dan 90% met bossen
bedekt. Tot het jaar 1200 stonden hier bossen met beuken, eiken en berken. Tot
ongeveer 1900 werd er aan bosbouw gedaan, werd er turf ontgonnen, was er
landbouw en graasde er vee. Tot 1970 werden er sparrenbossen aangeplant.
Tijdens mijn wandeling kom ik hier ook een weerstation
tegen waar er verschillende weerkundige metingen worden gedaan. Naast de
windsnelheid, neerslaghoeveelheid, temperatuur, luchtvochtigheid, atmosferische
luchtdruk, neerslagduur en de straling van de zon gaat men ook de temperatuur
van het gras meten dankzij een sensor die pyrometer genoemd wordt. De meting
gebeurd eigenlijk zonder contact met het gras. Er wordt ook een meting van de
temperatuur gedaan ter hoogte van het gras en de blote grond, maar ook op
verscheidene dieptes in de grond, nl 5, 10, 20 en 50 cm. Er heerst hier op de
Hoge Venen overwegend een hard en vochtig klimaat. De kam van de Hoge Venen
vormt een eerste hindernis voor de dominerende, uit het westen komende
luchtstromen van oceanische oorsprong. Om dit obstakel te overwinnen, worden
deze luchtmassa’s naar boven gestuwd. Zij koelen daar af, waardoor wolken
ontstaan die in overvloedige regenval uitmonden.
Ik zet mijn wandeltocht verder en
kom na een tijdje terug aan bij mijn vertrekpunt, het Signaal van Botrange.
Nadien vertrek ik met de wagen richting Ovifat en rij dan naar de watermolen
“Moulin du Bayehon” aan het begin van het dorpje Longfaye. Hier ga ik een
wandeling doen in de vallei van Bayehon en zal een stukje wandelen langs de
rivier de Bayehon en dit in beide richtingen. Ik kom nu volledig in de natuur
terecht. In het bos wandel ik langs een rustig kabbelend riviertje. In de
wintermaanden kan de rivier wel wild te keer gaan. De wandelpaden zijn goed
begaanbaar, maar na een flinke regenbui kan het wel modderig zijn. Op bepaalde
plaatsen steek je de rivier over via een houten brug. Op een andere plaats
moest ik de rivier oversteken via grote stenen die in de rivier liggen. Ook de waterval
van Bayehon kan je tegenkomen tijdens het wandelen langs de rivier. Het water
stort er ruim 9 meter naar beneden. In het grote bassin kan je dan heerlijk
pootje baden.